Carlos staat niet bekend als empathisch, maar hij kan wel dansen. Je vraagt je misschien af: Kan je compassie en een echte dans wel los van elkaar zien? Een dans waar twee mensen versmelten, enkele minuten, tot één onlosmakelijke bron van energie?

Niet dat Carlos, Carlito voor zijn vrienden, hierover nadenkt. Hij houdt zich verre van dit hellend vlak. Vraagtekens zetten bij je eigen kunnen is als vechten op meerdere fronten tegelijk, denkt hij. Je inspanningen raken versnipperd waardoor je uiteindelijk verliest. Hij ziet het leven liever als de economie: het draait om zelfvertrouwen. Zei Prof. Sanchez niet vroeger op school al, dat als je een situatie als echt beschouwt, het echte gevolgen heeft? Welnu, het feit dat hij uit een zonnig, ritmisch land komt maar in een koud, kikkerlandje woont, heeft zo zijn gevolgen gehad. De mensen hier dansen als harken, dus Carlos wordt verondersteld ritme en dansgevoel te hebben. Vergelijk het met het strafrecht (besefte hij maar hoe vaak hij die dans was ontsprongen!): hij wordt competent geacht tot het tegendeel is bewezen. Belangrijker, hij denkt zelf dat hij bekwaam is tot het tegendeel is bewezen.

Bijgestaan door deze quasi-illusie stapt onze ‘held’ een danstent binnen en gluurt rond voor wat hij stiekem ‘prooi’ noemt. De vochtigheid binnen doet hem denken aan vroeger toen hij met zijn vader ging jagen: Voor dag en dauw uit de veren; de druppels op de struiken; het natte, bruine gras dat zijn klamme, open sandalen doen verkleuren.

De harde muziek brengt een sfeer van verwachting met zich mee maar ook een onrustige herinnering aan een minder eenzame jeugd. Met zijn bruine, glinsterende ogen ontwaart hij een hertje dat net ver genoeg afstaat van de kudde. Zij straalt een dubbelzinnige zelfvertrouwen uit dat hij meteen doorziet; hij ruikt zijn kans. Heimelijk baant hij zich een weg langs mannen die de muziek, -en elkaar-, proberen te overschreeuwen en doen alsof zij praten. Achter een pilaar verschuilt hij zich, roerloos, als een luipaard op sluipjacht.

De jongedame heeft hem nog niet in de gaten. Haar strak, witte rokje is een paar centimeter omhoog gekropen en zij broedt op een discreet moment om het omlaag te trekken. Ben ik aangekomen? Nee, dit sexy, onmogelijke rokje heeft altijd deze neiging.

Zij heeft sluipende Carlos niet gezien, maar wel een bekende aan de andere kant van de dansvloer (hoe heet hij ook weer? Richard? Rickard?), die zij een gulle glimlach toewerpt. Shit! Was mijn glimlach maar wat ingetogener geweest. Nu herinnert zij zich de belabberde, nerveuze dans met hem een paar weken geleden. Wat zij eigenlijk wil zeggen is: Ik ben een hoffelijke dame, geen heks, maar ik ben niet gekomen voor een zenuwpees.

Kruiperige Carlos nadert ondertussen het Witte Rokje, onzichtbaar gemaakt door een groepje jonge ganzen die veiligheid vinden in elkaars nabijheid. Al pratend vertellen hun drukke handgebaren dit verhaal: Wij bestaan, wij zijn belangrijk en wij zijn mooi. Hij is slechts enkele meters van zijn doel verwijderd. Terwijl hij nog dichterbij komt ontspannen zijn spieren zich en wordt zijn hartslag rustig. Ik mag haar niet laten schrikken. Op dit moment verdwijnen, heel even, mens en muziek en is Carlos in zijn ijselijke element. Ontspannen verschijnt hij voor Janice (want zo heet zij) en vraagt haar ten dans met een galante handbeweging en een authentiek ogende, onoprechte glimlach. Hij lijkt haar alle aandacht van de wereld te schenken. De aandacht waarnaar zij snakt.

Yes! Rickard ontlopen, denkt zij en verruilt met zichtbare opluchting deze zenuwachtige regen voor de verwoestende drup van Carlito’s egocentrische wereld. Samen begeven zij zich naar de dansvloer. Haar rokje zit weer op de goede plek en haar kapsel voelt sterk en daadkrachtig. Zolang deze vent niet op mijn tenen gaat staan (haar redelijk nieuwe hakken waren afgeprijsd maar duur) komt het allemaal wel goed. Zij is waar zij hoort te zijn; hier heeft zij recht op. Ik ben het centrum van de aandacht.

Drie minuten zullen zij samen delen. Terwijl Janice met haar prachtige, zandloper figuurtje aandacht trekt van sukkels langs de kant, verglijdt de tijd onverbiddelijk, als zand door vingers. De sukkels zijn de niet-narcisten, die de randen van de dansvloer opleuken, bevend van binnen, als keken zij naar een ijskoud zwembad. Stapje voor stapje komt zij in de greep van zelfzuchtige Carlito en verworden zij en hij, tot een spiegelbeeld van elkaars illusies. Een zoektocht naar aandacht die langs elkaar heen danst. En daarom zal er nooit sprake zijn van één onlosmakelijke bron van energie. Echter, een kort ogenblik zullen zij geloven van wel. Omdat zij het willen geloven. En dat zal gevolgen hebben.

Door: Marcus Lens van Rijn

Deze blog werd uit het Engels vertaald. Wil je de oorspronkelijke tekst lezen, klik dan hier.

Laat Marcus hieronder weten wat je van zijn blog vind.

Wil jij ook een bijdrage leveren aan onze Gast Zomerblog? Mail dan naar morry@salsaventura.nl

X