Een van de thema’s die we tijdens onze docentenopleiding behandelen is ‘ teachers language’. Deze module staat in het teken van hetgeen we vertellen tijdens een les en de woorden die we hiervoor kiezen. Daarbij leren de deelnemers vooral welke tips ze kunnen geven om een cursist(e) duidelijk te maken wat hij/zij WEL moet doen en dus niet wat hij/zij NIET moet doen. Uit onderzoek blijkt namelijk dat onze geest het woordje ‘niet’ niet kent. Controleer zelf maar.

Als ik je schrijf: Denk NIET aan een blauwe olifant, dan is het heel lastig om dit niet te doen. En dat is voor de cursisten in een les hetzelfde.

Een tijd geleden vertelde een van mijn cursisten mij dat ik vrij veel aandacht gaf aan wat er allemaal mis kon gaan in een bepaalde variatie met een partner. Ze vroeg mij of het wellicht mogelijk was om aan te geven wat ze juist wel moest doen. Vertellen wat er mis kon gaan zorgde er voor haar juist voor dat zij zich meer ging focussen op wat er allemaal mis kon gaan en daardoor ging het dan ook vaak fout. Dat bleek lastiger dan ik dacht en… ik ontdekte ook waarom; Binnen een variatie of een shine hebben wij zogenoemde Pitfalls (valkuilen).

Voor een docent is het van essentieel belang te weten wat er mis kan gaan. Zo kan je

1. Hier tijdens je voorbeeld al aandacht aan geven
2. Gemakkelijk controleren of iemand het goed/fout doet
3. Eenvoudig tijdens de uitleg aandacht geven aan de belangrijke onderdelen en….
4. Eenvoudig aangeven wat er mis kan gaan of beter: aangeven wat er gedaan moet worden

Ik merkte inderdaad dat ik heel goed wist wat er mis kon gaan maar helaas kwam dit ook op deze manier terug in mijn uitleg. Door veel oefening ben ik nu beter in staat om vooral aan te geven wat er wel moet gebeuren en geef ik minder aandacht aan de mogelijke valkuilen.

Hieronder een voorbeeld:
Stel dat je de passen voor Single Left Turn wilt uitleggen. De meest gemaakte fouten bij een Single Left Turn worden vooral gemaakt tijdens het tweede deel van de pas. Daarbij wordt rechts achter gestapt in 1,2 en 3 (ladies timing)
1. Tijdens de 2e pas (rechts achter) wordt in een keer aangesloten (daarmee wordt de pas naar achter dus niet echt gemaakt)
2. Tijdens de 2e pas (rechts achter) wordt zowel met rechts als met links naar achter gestapt

Bij 1. In plaats van te zeggen: Sluit je rechtervoet NIET in een keer aan naast je linkervoet, kan je zeggen: zorg dat je met je rechtervoet iets naar achter stapt.
Bij 2. In plaats van: Stap NIET met je linkervoet naar achter, kan je zeggen: zorg dat je alleen met je rechtervoet naar achter stapt en met je linkervoet op de plaats stapt.Kortom: vertel wat je wel moet doen!

Vind je dit soort onderwerpen interessant, sta je open voor persoonlijke ontwikkeling en ben je iemand die het beste uit zichzelf wil halen? 

Meld je dan aan voor onze 3 uur durende training: Dance Teaching Strategies waarbij je, vanuit de modules uit de docentenopleiding, een aantal praktijkgerichte oefeningen krijgt om te ontdekken of de docentenopleiding iets voor jou is. 

Klik HIER om je aan te melden.

X